Hoestdrankje
Al na een aantal weken voelde onze pleegdochter zich thuis. Ze wilde veel helpen en alles zelf doen. Naar de supermarkt gaan, was een feest op zich. Ze groette iedereen en was heel sociaal. De supermarkt leek wel een pretpark. Er is zoveel te zien en te beleven. De gangpaden door, omkeren, weer terug en dat bij iedere rij. Totdat wij in de rij voor de kassa staan.
Ineens schreeuwt ze: “We zijn wat vergeten!” Ze kon het niet uitleggen, maar had het onderweg wel zien staan. Niet op de bakkersafdeling, niet op de groenteafdeling, niet op de slagersafdeling, maar daar! Daar stond het, hoog opgestapeld, naast de frisdrank. “Kijk, die moeten we hebben!” Ze wees met haar dunne vinger naar het bier. Die groene kratten Heineken. “Hoestdrankje!” Ze wist het zeker. “Ze zei: "ik hoorde de buurman hoesten vanmiddag en dit is heel goed voor hem!” Op de vraag hoe ze dit zo zeker wist, antwoorde ze: “Geloof je me niet? Mijn echte papa drinkt ook elke ochtend, middag en avond dit hoestdrankje. En papa zei dat dat goed was en dat klopt hoor! Want hij hoest nooit meer. Maar je moet het wel elke dag gebruiken, dat zei mijn echte papa! Anders komt de hoest
terug!“
“Ach, laat de buurman maar zijn eigen hoestdrankje halen,” zei ik. De rij bij de kassa was behoorlijk ingekort. Later dan verwacht waren we thuis. Als we de keuken instappen, horen we één van de kinderen hoesten. “Hij moet maar zijn eigen hoestdrankje halen” zegt onze pleegdochter. Ik schiet in de lach, en moet denken aan die slogan vroeger op TV: 'Heerlijk, helder……..Hei…..Hoestdrankje!'
 
 
 
 
 
 
 
